Ik zit op het station te wachten op mijn trein en kijk om me heen. Mensen kijken blijft een fantastische bezigheid. Rondborstige vrouwen, die nog nooit van het woord BH gehoord lijken te hebben, rennen me haastig voorbij in de hoop hun trein nog te halen, evenals mannen wiens buik vast niet alleen ontstaan is door die vijf overwinningspilsjes na Nederland – Mexico de avond ervoor.
Ik zie een Chinese vrouw met twee ontzettend schattige kindjes het perron op lopen. Beide kids zijn gehuld in Hello Kitty; op die leeftijd vraag ik me af wie er nou daadwerkelijk fan is, de kids of ma? Dat terzijde. De twee schatjes beginnen vrolijk in de rondte te hupsen. Ik haal er een nieuwe versie van hink stap sprong uit. Het tafereeltje is zo aanstekelijk, dat ik bijna op het punt sta mijn kont te verheffen en mee te doen. Net op tijd besef ik dat dit gek zou zijn, dat ‘hoort niet zo’ als je volwassen bent. Waarom?
Als je een zekere (discutabele) leeftijd gepasseerd bent, word je geacht je volwassen te gedragen. Wanneer je onze beste mijnheer Van Dale naar de betekenis van ‘volwassen’ vraagt, krijg je een omschrijving die nog niet half uitlegt wat volwassen worden dan betekent; niet meer groeiend, volgroeid. Groeien doe ik al lang niet meer. Al sinds de brugklas doe ik enorm mijn best om de 1.65 te bereiken, tevergeefs. Maar betekent dat dan dat ik volwassen ben?
Ik word geacht met mes en vork te eten, maar het lijkt me heerlijk om nog eens lekker te knoeien met aardappelpuree en de erwtjes over de vloer te strooien. Wanneer ik een dijk van een nummer hoor terwijl ik naar huis fiets, wil ik keihard mee kunnen blèren. Nee, dat gaat te ver als je volwassen bent. Als kind krijg je door iedereen uit je omgeving al aangeleerd, dat het belangrijk is dat je altijd eerlijk bent, maar moet zorgen dat je niemand kwetst. Duurt eerlijkheid echter niet altijd het langst?
Ik kan me nog herinneren dat mijn neefje me ooit vroeg waarom ik zo’n gekke neus heb. Ik stond met mijn mond vol tanden, hoe durfde hij me dat zomaar te vragen? Nu ik er echter op terug kijk, kan ik zijn eerlijkheid alleen maar waarderen. Ik weet nu wat hij raar aan me vond/vindt, hoef me nooit af te vragen wat hij erover zou kunnen denken. ‘Volwassenen’ zijn zo goed in het verbloemen van de waarheid en ik vraag me werkelijk af wat beter is.
Over eerlijkheid gesproken, kinderen kunnen ook in positieve zin heerlijk onbevangen zijn. ‘Ohhh gaaf, jij hebt een piercing!’ of ‘Wat een mooie schoenen, mag ik ze even aan doen?’ zul je volwassen echt niet horen zeggen tegen een onbekende. Zonde! Ieder mens houdt van complimenten, maar omdat we als volwassenen een soort schaamte ontwikkelen voor zulke impulsieve uitspraken, houden we alles voor ons. Vorige week nog stond ik op de bus te wachten en zag ik een meisje staan met een ontzettend gaaf blousje. Ik wilde haar ermee complimenteren en vragen waar ze het vandaan had, maar eer ik de moed verzameld had en accepteerde dat ze me raar aan zou kunnen kijken, was de vogel gevlogen.
Mijn reis zet zich voort naar het AKV Sint Joost, waar al mijn beweringen ontkracht worden. Artistieke types staan er vaak om bekend hun eigen gangetje te gaan, lekker tegendraads, zich niets aan te trekken van anderen. Al zingend, springend en huppelend loopt menig creatieveling mij voorbij. Met een grote glimlach aanschouw ik dit alles; het kan dus toch. Een ding is zeker: volgende keer sluit ik me gewoon aan bij de Hello Kiddies!