Muisstil. Wie heeft dat bedacht? Logisch is het niet, toch?
Na een lange dag besluit ik wat vroeger dan anders mijn bed in te kruipen. Ik scroll nog even door mijn Facebookpagina heen, lach om de laatste posts van Jochem Myjer en Fred van Leer op Instagram en lees mijn laatst ontvangen mails van 10 minuten geleden. Sorry jongens, morgen onderneem ik weer actie. Nu is het toch echt bedtijd voor mij! Ik besluit dat deze dinsdag lang genoeg geduurd heeft. Ik doe het licht uit en kijk naar de binnenglippende lichtstralen, die een interessant schouwspel vormen op de muur. In mijn hoofd vermengen de lichtstralen zich, ontstaan er nieuwe vormen en heel langzaam doezel ik weg. Althans..
Op het moment dat ik voor de poort van dromenland sta, word ik opgeschrikt door een vreselijk irritant geluid. Ken je dat knisperende, tikkende, krassende geluid, dat zich razendsnel van de ene naar de andere plek verplaatst? Ken je dat gevoel van bewustwording, je realiserend dat dit geluid maar één ding kan betekenen? Juist: muizen.
Ik slaap in een hoogslaper. Alsof dat nog niet erg genoeg is (lees: 10 keer die verrekte trap af als je net in bed ligt, omdat je vergeten bent de verwarming een standje lager te zetten, je deur niet op slot zit, je plots een enorm dorstig gevoel op voelt komen enzovoorts), lig je dus met je hoofd vlakbij het plafond. De rillingen lopen over mijn rug als ik concludeer dat ook die muizen dus vlakbij zijn. Ik kijk met een schuin oog naar de plek waar een lamp hoort te hangen. Hoort te hangen, want ook al woon ik hier inmiddels zo’n 4 maanden, budget voor een lamp heb ik nog niet weten te creëren. Heel misschien heeft het er ook mee te maken dat ik enorm kieskeurig ben en tot nu toe geen enkele lamp dat budget waard is geweest, maar dat terzijde. Er hangt dus geen lamp. Er is dus wel een gat.
Ik zie dat ogenschijnlijk schattige, kleine muisje zijn dagelijkse rondje hardlopen boven op mijn plafond. “Vandaag eens een afwijkende route proberen?” Met een rotvaart sprint het muisje richting gat, vliegt het uit de bocht en belandt het – hoe kan het ook anders – op mijn hoogslaper. Aaaah!
Alsof het enig effect zou kunnen hebben, trek ik mijn deken nog iets hoger op. Alleen mijn ogen en een aantal eigenwijze haarsprietjes komen erbovenuit. Ik wacht het moment af, maar uiteraard gebeurt er niets. Met gespitste oren blijf ik luisteren, maar nee, geen knisperend, tikkend en krassend geluid meer boven me. Ik draai me om, sluit mijn ogen en focus me op het geluid in mijn kamer. Het blijft muisstil.