Ik zit hier voor het raam,
En staar al een hele tijd naar buiten.
Het regent pijpenstelen,
Regendruppels kletteren hard tegen de ruiten.
Ik stel me de wereld voor,
Zoals die eigenlijk zou moeten zijn.
Nog steeds is er die regen,
Maar ook zie ik veel zonneschijn.
Alle mensen hebben gelijke rechten,
En armoede, die bestaat niet meer.
Discriminatie en racisme zijn verdwenen,
Iedereen op straat lacht gelukkig weer.
Ik zit nog steeds voor het raam,
Te dagdromen over hoe het hoort te zijn.
Helaas zijn het maar dromen,
De wereld zal nooit kunnen bestaan zonder pijn…